Een kwartiertje extra beweging per dag kan mogelijk helpen bij het voorkomen van vervetting van de lever, blijkt uit nieuw onderzoek van Erasmus MC. Leververvetting komt voor bij 1 op de 3 mensen in Nederland en gaat hand in hand met overgewicht.
Bewegen
Arts-onderzoeker dr. Laurens van Kleef onderzocht de medische gegevens van 45-plussers uit het ERGO-onderzoek. Hij ontdekte dat de deelnemers zonder leververvetting dagelijks iets meer bewegen dan mensen met leververvetting. ‘Een belangrijke bevinding, juist voor mensen die niet in staat zijn om 2 dagen per week naar de sportschool te gaan’, stelt hij. ‘Want een extra blokje om, dagelijks je boodschappen doen op de fiets in plaats van met de auto, een halte eerder uitstappen en de rest lopen: het zou allemaal een stap in de goede richting kunnen zijn om leververvetting te helpen voorkomen.’
Lichte schade door leververvetting
Circa 1 op de 3 volwassenen in Nederland heeft leververvetting, ook wel fatty liver genoemd. Geschat wordt dat bij 10 procent van hen tevens lichte leverschade is ontstaan, ook al merken mensen daar niet veel van.
Van Kleef ging als volgt te werk. Binnen de ERGO-studie droegen zo’n 700 deelnemers 7 dagen lang, dag en nacht een hardloophorloge dat monitorde hoeveel de studiedeelnemers bewogen. Gemiddeld bewegen de deelnemers 245 minuten per dag. ‘Daar zit echt alle beweging in. Dus ook de beweging binnenshuis, bijvoorbeeld het loopje van de bank naar de keuken’, legt Van Kleef uit.
Wat zijn de symptomen van leververvetting?
Leververvetting gaat heel geleidelijk. Het geeft meestal weinig of geen klachten. Als er steeds meer vet in de lever komt te zitten, kun je last krijgen van:
- vermoeidheid
- een gevoelige buik rechts boven, vlak onder de ribben
Uiteindelijk kan de lever ook gaan ontsteken. Je kunt dan de volgende klachten krijgen:
- misselijkheid
- moeheid
- pijn rechts in de bovenbuik
- een jeukende huid
- een gele huid en geel oogwit (geelzucht)
Vormen van bewegen
In die 245 minuten zitten gemiddeld 20 minuten intensieve beweging, 75 minuten middelzware beweging en 150 minuten lichte beweging. Denk bij intensieve beweging ook aan het sprintje dat je hebt gemaakt om de bus te halen, oefeningen op de sportschool of fietsen tegen de wind in. Beweging waarvan je hartslag flink omhoog gaat.
Middelzware beweging houdt in: stevig doorwandelen, boodschappen sjouwen, het hele huis stofzuigen. Met lichte beweging doe je kleine klusjes in huis en tuin, sta je in de rij bij de kassa of ga je een blokje om met de hond.
Waarom tuinieren goed voor je is
Vervolgens keek Van Kleef naar de medische gegevens van de studiedeelnemers, en in het bijzonder naar hun leverscans. ‘Mensen zonder leververvetting bewogen gemiddeld 252 minuten, mensen met leververvetting gemiddeld 236 minuten. Een verschil van slechts 16 minuten per dag. De verhouding tussen lichte, middelmatige en intensieve beweging maakte daarbij niet uit. Het advies luidt daarom ook: beweeg wat meer, en beweeg zoveel je kunt en wilt.’
Overgewicht en leververvetting
Dat beweegadvies geldt voor iedereen met een verhoogde kans op leververvetting. Risicofactor nummer 1 daarvoor is overgewicht. Van Kleef: ‘Het mooie van de lever is dat die zich goed kan herstellen. Leververvetting is omkeerbaar; het verdwijnt vaak als je de balans tussen de inname en het gebruik van energie herstelt. Ook beginnende schade is omkeerbaar. Beginnen met meer bewegen heeft dus altijd zin.’
Fibrose en cirrose
Van Kleef pleit echter ook voor een onderzoek naar screening op leververvetting en beginnende schade bij mensen die hoger risico lopen, zoals mensen met ernstig overgewicht, veel buikvet of suikerziekte. ‘Van een vervette lever merken mensen niets, en ook niet van beginnende schade. In een vervette lever zorgt een zeer milde maar continu aanwezige ontsteking voor littekenvorming, fibrose genoemd. Fibrose kan ontaarden in cirrose, zeer ernstige leverschade. Maar dat kan vele jaren in beslag nemen.’
Hoe ontdek je leververvetting?
Een diagnose dat de lever vervet is en dat er al lichte schade is ontstaan, kan voor veel mensen de wake-up call zijn, denkt Van Kleef. ‘Bij mensen met diabetes schrijft de behandelrichtlijn al voor dat periodiek een fibroscan wordt gemaakt. Dat gebeurt met een apparaat dat de stijfheid van de lever meet. Hoe stijver de lever is, hoe meer schade er is ontstaan door de leververvetting.’
Zo’n scan zou ook kunnen worden gemaakt als een alerte huisarts bijvoorbeeld signaleert dat iemand te veel buikvet heeft in combinatie met een verhoogd cholesterol. Of als er sprake is van pre-diabetes, suggereert Van Kleef. Maar hoe zo’n screening kan worden ingekleed, is nog onduidelijk en moet worden onderzocht.
Individu
Zijn studie is er eentje op bevolkingsniveau, erkent Van Kleef, die inmiddels maag-darm-leverarts in opleiding is. De bevindingen die hij deed, gaan op voor een grote groep mensen, maar niet per se voor ieder individu afzonderlijk. ‘Het kan dus best zijn dat voor sommige mensen geldt dat zij ondanks een gezond beweegpatroon toch leververvetting krijgen.’