Over verslaving bestaan veel misverstanden, oordelen en vooroordelen. We kennen ze allemaal wel: “verslaafd raken is eigen schuld, dikke bult”, “verslaafden doen het zichzelf aan”, “als verslaafden meer wilskracht toonden, zouden ze allang van hun verslaving af zijn”. Allemaal borreltafelpraat. De medische wetenschap denkt er namelijk heel anders over.
Verslaving is een hersenziekte
Verslaving is een ziekte. Meer specifiek: verslaving is een hersenziekte. Hersenonderzoek toont dat ook aan. Hersenen van verslaafden reageren anders op middelen, dan de hersenen van mensen die niet verslaafd zijn. Erfelijkheidsonderzoek toont bovendien aan, dat verslaving vaak (niet altijd dus) een kwestie is van genetische aanleg. Verslaving is ook een chronische ziekte. Wie eenmaal verslaafd is, kan nooit meer zonder risico grijpen naar de middelen waaraan hij verslaafd is. Afgekickt of niet… Het is niet verstandig een alcoholist een biertje aan te bieden of een gokverslaafde mee te slepen naar een casino. Het kan wel verschillen wat de aard van de verslaving is. Niet elke stof is even verslavend. Het RIVM maakte eerder al een overzicht van de meest verslavende stoffen.
Twee soorten verslaving
We denken vaak aan drugs of genotsmiddelen als het om verslaving gaat. Echter, er bestaan twee soorten verslavingen. Aan de ene kant bestaat er verslaving aan stoffen: alcohol, nicotine, drugs. Aan de andere kant zijn er verslavingen die meer te maken hebben met gedrag: gaming, gokken.
Een omgekeerde allergie
Sommige verslaafden beschouwen de verslaving als een omgekeerde allergie om goed uit te kunnen leggen wat het precies inhoudt. Niemand vindt het vreemd om een allergie als ziekte te zien. Dat je huiduitslag krijgt van varkensvlees of bepaalde noten, dat je lichaam geen lactose verdraagt… Er is niemand die dat heel raar vindt. Het is dan ook niet raar, dat iemand met een allergie die zaken niet tot zich neemt. De gevolgen zijn immers altijd negatief.
Bij verslaafden gebeurt in de basis hetzelfde. Het lichaam reageert heftig op bepaalde stoffen. Het is echter een heel andere reactie, een tegenovergestelde reactie eigenlijk. In plaats van een afstotingsreactie ontstaat er een aantrekkingsreactie. Daardoor is een verslaving in veel gevallen ingrijpender dan een allergie. Wie weet dat hij of zij ziek wordt van pecannoten eet ze niet. Wie weet dat hij of zij zich na een paar biertjes fijner voelt, wil dat gevoel veel vaker ervaren.
Wat gebeurt er dan in de hersenen?
Bij het ontstaan van verslaving zijn verschillende delen van de hersenen betrokken:
- Het beloningscentrum. Het centrum in de hersenen, dat ervoor zorgt dat je je lekker voelt
- Het geheugen. Je herinnert je vooral de positieve ervaringen
- De nieuwe hersenen. Een deel van de nieuwe hersenen zorgt ervoor, dat je niet meteen toegeeft aan verlangens
Het is bewezen, dat bij verslaafden (of mensen die een groter risico lopen verslaafd te raken) deze delen van de hersenen minder goed of anders functioneren. Het beloningscentrum zorgt ervoor, dat bepaald gedrag een prettig gevoel geeft. Dat kunnen eten en seksuele activiteiten zijn, maar ook verslavende middelen. Alcohol en drugs kunnen het beloningscentrum op een zeer krachtige manier prikkelen. Het is daarom, dat mensen zich na gebruik van middelen lekkerder voelen dan daarvoor.
Het beloningscentrum is extra gevoelig door de stof dopamine. Veel (eigenlijk de meeste) drugs zorgen ervoor, dat dopamine wordt afgegeven. Dopamine zorgt ervoor, dat je je goed voelt. Ofwel… Je wordt beloond voor de handeling die je zojuist hebt verricht.
De invloed van genen
Door erfelijkheid kan het zijn, dat er minder dopaminereceptoren (of -ontvangers) zijn. Daardoor functioneert het beloningscentrum minder goed. Mensen die daarmee belast zijn, zijn minder goed in staat om te genieten. Juist bij die mensen levert het gebruik van drugs een zeer krachtige en positieve ervaring op. Dat maakt hen vatbaar voor verslaving. Eigen schuld? Nee. Deze genetische structuur is immers erfelijk bepaald en het grootste deel van de mensen hebben geen idee, dat zij deze genen van de vorige generatie meekregen. Bij wie vaak drugs gebruikt, neemt het aantal dopaminereceptoren overigens af. Daardoor zijn meer middelen nodigen om het oorspronkelijke, positieve effect te voelen.
Welke rol speelt het geheugen bij verslaving?
Het positieve gevoel na gebruik wordt door de hersenen opgeslagen in het geheugen. Door de kracht van de ervaring is ook de herinnering krachtig. Daardoor kan de herinnering aan een drugsgerelateerde ervaring later een sterk verlangen naar meer oproepen. Terugval in gebruik ligt daardoor altijd op de loer.
En de nieuwe hersenen dan?
De nieuwe hersenen (de neocortex) zijn het rationele deel van de hersenen. Bij mensen met een verslaving werkt dit deel van de hersenen minder goed. De neocortex moet eigenlijk het conflict tussen het verlangen (naar het effect van de drugs) en rationele overwegingen (ik heb morgen belangrijke dingen te doen) in goede banen leiden en oplossen. Aan de andere kant zullen de middenhersenen (waar het geheugen zich bevindt) zijn het daar niet mee eens. Die willen juist toegeven aan dat verlangen. Bij mensen met een verslaving functioneert de neocortex minder goed. De middenhersenen zullen vaker winnen, met alle gevolgen vandien.
Erken verslaving als een hersenziekte
Dat is de enige uitweg en de enige weg naar een effectieve behandeling. Dat kan cognitieve gedragstherapie zijn, maar in sommige gevallen kunnen ook medicijnen helpen. Hulp nodig bij verslaving? Zoek vooral contact met instanties, die daar ervaring mee hebben. We zetten een aantal, maar niet alle, op een rijtje: